NLCS in kleur

NLCS is een standaard. Hij wordt onderhouden door het BIM Loket en is inmiddels via de ‘Pas toe of leg uit’-lijst verplicht voor gemeenten. Het voordeel van het gebruik van een standaard is dat iedereen objecten op dezelfde manier tekent, op dezelfde laag met dezelfde kleur en dezelfde symbology. Het eindproduct van NLCS is daarmee een eenduidige zwart/wit tekening of een eenduidig CAD model. Het BIM Loket levert hiervoor de objectdefinities met laagnaam en symbology, de lijnstijl-bibliotheken en de kleurentabel mee. Tooling zoals Optimize NLCS volgt deze definities.

Veel gebruikers zouden echter graag een andere representatie van hun model of tekening willen, bijvoorbeeld om het te gebruiken voor presentatiedoeleinden of gewoon omdat voorgestelde kleurstellingen of lijndikten voor hen niet duidelijk genoeg zijn. De formele beschrijving geeft hiervoor wel een paar mogelijkheden, zo mogen in bepaalde gevallen lijndiktes een stap dikker of dunner getekend worden dan de definitie of mag men afwijken van de kleur, maar echt handig is het niet. Je wijkt op dat moment eigenlijk af van de ‘standaard’. Op dit moment zijn de leveranciers met BIM Loket in gesprek om aan deze wens van de gebruikers tegemoet te komen. Waarschijnlijk zal de definitie iets strakker gehanteerd gaan worden (dus geen afwijkingen meer om zo ook betere controles uit te kunnen voeren) en zal er gewerkt gaan worden met een soort van presentatie-overlay’s, zoiets als thema’s.

Binnen MicroStation hebben we echter nu ook al een paar mogelijkheden om (een deel van de) symbology naar onze eigen wensen aan te passen. Uitgangspunt daarbij is dat de objecten altijd getekend worden met de default, door het BIM loket aangeleverde, ‘bylevel’ symbology.

Eigen colortabel

Met Optimize NLCS wordt standaard een NLCS colortable meegeleverd. Deze voldoet aan de kleurstelling zoals beschreven in de ‘Formele beschrijving NLCS’. Deze color table kan vervangen worden door een eigen color table. In de eigen color table kunnen kleuren dan naar eigen smaak aangepast worden. Voorwaarde daarbij is wel dat de objecten in de leveldefinitie het standaard opgegeven kleurnummer blijven behouden.

  • Vb: Een voorkant band wordt standaard getekend met kleurnummer 50. In de NLCS kleurentabel is dit geel. In onze eigen kleurentabel mogen we de waarden van kleur nummer 50 aanpassen naar onze eigen smaak, bv rood. Het object behoudt dus kleur nummer 50 zoals in de objecten tabel voorgeschreven, maar wordt rood gepresenteerd ipv geel. Zodra de NLCS color table weer gekoppeld wordt is de lijn weer geel.
  1. Open in MicroStation ‘Settings > Color table’. De gekoppelde kleuren tabel wordt geopend, bij gebruik van Optimize NLCS zal dit de NLCS-Optimize.tbl zijn.

  2. Selecteer de kleur die je wilt aanpassen en klik op ‘Change’.
  3. Pas de kleur naar eigen wens aan en klik op ‘Ok’

  4. Als alle kleuren naar wens zijn aangepast kan de color table onder een eigen naam opgeslagen worden. Klik op ‘File>Save as’, geef de color table een naam en klik op ‘Open’.

  5. De kleurentabel is nu wel geopend in de Color table Dialog box, maar moet nog gekoppeld worden aan het model. Klik hiervoor op de ‘Attach’ button.
    De objecten in het model zullen nu met aangepaste kleuren getoond worden.
  • Bij het opnieuw opstarten van Optimize NLCS zal automatisch de NLCS-Optimize tabel gekoppeld worden. Om dit te voorkomen kan in de Optimize_nlcs_42.ini de regel
    COLORTABLE=$(OPTIMIZE_NLCS_PATH)data\NLCS-Optimize.tbl;aangepast worden in
    COLORTABLE=; (er wordt nu geen kleurentabel gekoppeld, de actuele uit de DGN blijft staan)
    of
    COLORTABLE=<pad en naam van de eigen>.tbl; (de eigen kleuren tabel wordt bij het opstarten gekoppeld)

Op deze manier kan voor iedere presentatie een eigen kleurentabel gemaakt en gekoppeld worden.

Level overrides

Via de ’Level overrides’ kunnen we zowel de kleur, de lijnstijl en de lijndikte voor presentatiedoeleinden aanpassen. Voordeel van deze methode is dat met een simpel aan- of uitzetten van de view-setting ‘Level overrides’ NLCS-instellingen afgewisseld kunnen worden met onze eigen presentatie. Nadeel van deze methode is dat er maar 1 presentatiethema ingesteld kan worden. Optimize NLCS maakt levelnamen namelijk ‘on the fly’ aan. Dat betekent dat er geen standaard level-dgnlib is waar alle lagen in voor-gedefinieerd zijn, maar dat de software de laag met al z’n attributen aanmaakt op het moment dat we hem nodig hebben. Het is daarmee dus niet mogelijk eigen level dgnlibs te maken en snel terug te keren naar een standaard NLCS level dgnlib (tenzij je maar een beperkt aantal lagen gebruikt en hiervoor zelf een ‘standaard NLCS-dgnlib’ aanmaakt, maar dit is niet aan te raden).

    • Open de Level manager

    • Zet de symbology op ‘Overrides’
    • Selecteer de gewenste laag en stel de kleur, lijnstijl en dikte naar wens in.
    • Open de View Attributes met de button links boven in het view en zet ‘Level Overrides’ aan. Het icoontje er voor wordt nu oranje.

De objecten in het model zullen nu in die view met aangepaste kleuren getoond worden. Om weer gewoon NLCS-kleuren te krijgen kan simpelweg de view setting ‘Level Overrides’ weer uitgezet te worden.

Optimize NLCS heeft geen mogelijkheid de levelmanager te synchroniseren met de default NLCS-waarden. Let er dus op dat je alleen de overrides aanpast!

Pen tabellen

Via pentablelen kan de symbology van de tekening (de plot) naar eigen wensen worden aangepast. In het model (op het scherm dus) worden objecten met hun default kleuren en lijnstijlen getoond. Op basis van een soort ‘find en replace’ kan de plotmodule van MicroStation er voor zorgen dat objecten volgens onze eigen definitie geplot worden.

    • Open via ‘file>print’ de print dialog box.
    • Kies het pull down menu ‘Resymbolization’ en selecteer ‘new pen table’. Geef de pentable een naam en klik op ‘Save’.

      De ‘modify pentable wordt nu geopend.

    • Klik op Edit>Insert new section above’, geef de sectie een passende naam (bv voorkant band) en klik ok.
    • Ga naar de tab ‘Element Selection Criteria’ en selecteer de button ‘Level’ en kies de gewenste levelnaam.
    • Ga naar de tab ‘Element Output Actions’ en geef de gewenste symbology op.

    • Herhaal punt 3 t/m 5 voor alle objecten die een eigen symbology moeten krijgen.
    • Sla de pentabel op met ‘File>Save’.
    • Koppel de gewenste pentabel en klik op ‘Print’

De objecten in de tekening zullen nu met aangepaste symbology getoond worden. Als er geen pentabel gekoppeld wordt, worden objecten met de default NLCS-kleuren geplot.

MicroStation CONNECT Edition en Display Rules

In MicroStation CONNECT Edition kan gebruik gemaakt worden van zogenaamde ‘Display Rules’. Deze werken een beetje op dezelfde manier als de pentabellen, maar dan op het model. Display Rules worden ingesteld vanuit de dialog box ‘Display Styles’ (type ‘Display Styles’ in het zoekveld in de Ribbon ).

Voor ieder object wordt een criterium en een output action gezet. Criterium is dan bv de laag ‘voorkantband’, output action is de aangepaste symbology. Display styles met Display rules kunnen eenvoudig via de View Settings aan of uit gezet worden.

Overall

Display Rules is de krachtigste optie om symbology naar eigen ‘thema’s’ in te richten, maar werkt alleen onder CONNECT Edition. Bovendien is het vrij bewerkelijk de set initieel in te richten (ieder aan te passen object moet net als bij pentables apart benoemd worden) Kleurentabellen zijn daarentegen beperkt doordat ze alleen de kleur kunnen aanpassen en geen lijnstijl of lijndikte, maar hebben het voordeel dat ze flexibel zijn en snel te wisselen, desnoods via een eigen knop in de werkbalk van MicroStation. Bovendien werken ze ook in V8i. Het ligt in de bedoeling in de toekomst een aantal ‘standaardthema’s’ via Optimize NLCS CE aan te gaan bieden.