Hier een serie kleine en grotere tips die ik heb laten zien in de Workshop Tips & Tricks op de laatste Winterschool van de TMC. De gebruikte PowerPoint vind je onder aan deze pagina als bijlage. 


De lijst met tools is eigenlijk te lang voor 1 artikel hier. Daarom heb ik de lijst opgedeeld in 2 delen. Dus kijk ook even  naar het 2e deel met daarin handige tools en de tricks.


De inhoud van de PowerPoint zie je hieronder.


MicroStation Tips & Tricks

(voor MicroStation CONNECT Edition update 17)


Inhoud:

  • Verschillende handige instellingen
    • Preferences
    • Configuratie variabelen
  • Allerlei toetscombinaties met verrassende resultaten
  • En wat er dan verder nog overblijft


Verschillende handige instellingen: Preferences

De voordelen van de instellingen die vallen onder de Preferences zijn dat ze voor iedereen persoonlijk in te stellen zijn én dat ze ook gemakkelijk weer terug te zetten naar de oorspronkelijke settings.


In deze workshop gaan we  niet alle instellingen van de preferences behandelen, maar we zetten een paar categorieën in de schijnwerper.


Category Input


ESC exits command

Een fijne instelling voor de mensen die voorheen met AutoCAD hebben gewerkt en daar gewend waren om de ESC-toets op hun toetsenbord te gebruiken voor het eindigen van een commando.

In dit geval zorgt deze instelling ervoor dat je door het drukken op de Esc-toets het commando 'Element Selection' activeert.



Pressing Enter Shows Key-in Window

Deze instelling is handig voor de MicroStation-gebruikers die graag de key-in gebruiken om commando's op te starten. Je kunt het Key-invenster natuurlijk ook in je scherm zetten, maar deze optie zorgt ervoor dat de key-in verschijnt als je de <enter>-toets op je toetsenbord gebruikt.

Als bijkomend voordeel verschijnt het venster bij je cursor en kun je ook meteen beginnen met het typen van je key-in.


Key-in
Een venster waarin je commando's kunt intypen. In principe kun je er alle commando's van MicroStation mee activeren, maar in veel gevallen bestaat zo'n commando uit 2 of 3 woorden dus of het sneller is dan klikken, is de vraag. Het wordt vooral veel gebruikt voor extra functies die los van MicroStation zijn geprogrammeerd.


Category: Look and Feel

Hier kun je onder andere de iconen in de toolboxen groter of kleiner maken (niet de iconen in de Ribbon boven aan je scherm. Dat staat in category Ribbon).



Layout

Grootte van de toolboxen aanpassen.

Het verschil is moeilijk te zien maar in onderstaand voorbeeld van de text-toolbox zie je het verschil in grootte:

Vooral het verschil tussen Regular en Wide is nauwelijks merkbaar, hoe groot de toolboxes uiteindelijk worden heeft vooral ook te maken met de grootte van de iconen die hieronder beschreven wordt.




Toolbox Tool Size

Dit gaat over de grootte van de iconen in de toolbox:


Om het verschil goed te laten zien, zie onderstaand voorbeeld:

De Layout-setting van hierboven heeft ook nog enige invloed op de grootte van de toolboxes. In dit voorbeeld is de Layout-setting Regular.


Hieronder zie je hoe de waarden er gecombineerd uitzien:

Wat vooral opvalt is dat bij de smalle variant (Narrow) sommige iconen niet volledig weergegeven kunnen worden.




View Tool Size

Deze instelling heeft alleen invloed op de grootte van de View Tools. 


De View Tools kunnen boven het zwarte scherm staan, maar ook onder of links of rechts (de instelling hiervoor staat in de laatste Category (View Options) bovenaan.



Marker Size

Dit bepaalt de grootte van de markers. Markers vind je onder andere bij het gebruik van Named Boundaries.



Apply Dark Themed UI

Voor het toepassen van een donkere interface voor MicroStation in navolging van de donkere AutoCAD User interface. Na het instellen zie je pas het begin van de donkere weergave om de volledige donkere interface te zien moet je MicroStation opnieuw opstarten. Niet alle knoppen van MicroStation worden even mooi weergegeven in deze donkere interface.



Category: Operation

Deze categorie bevat allerlei instellingen voor het werken met MicroStation-bestanden. We pikken er een paar uit.


Save Settings on Exit

Deze instelling zorgt ervoor dat de Settings van de tekening elke keer worden opgeslagen als je de tekening sluit. Deze settings omvatten bijvoorbeeld de instellingen van de View Attributes, de zoompositie en uit- en aangezette lagen.



Compress file on Exit

Zorgt ervoor dat je tekening elke keer ge'compressed' wordt als je de tekening sluit. Met 'Compress' kun je je tekening opschonen door allerlei overbodige zaken uit je tekening verwijderen. Welke zaken je kunt verwijderen kun je zien en instellen bij de 'Compress Options'. Dit vind je bij de Filetab in de Tools.



Sync Symbology on Exit

Als je een ander laag actief maakt of als je een ander model of view group opent, worden kleur, lijndikte en lijnstijl naar ‘Bylevel’ gezet.



Highlight Broken Associations

Hier bepaal je of je kunt zien aan een element dat er een verbroken association (koppeling) is. Dat zie je dan doordat dat element dan dik wordt weergegeven met een onderbroken lijnstijl. Als je dat niet wil zien dan zet je deze instelling uit.

Voorbeelden van koppelingen (associations) zijn koppelingen van maatvoering en element, van arcering met rand, soms ook van notes (tekst met aanhaallijn/pijl).



Use Snap Mode from Preferences

Met deze instelling wordt standaard de laatst gebruikte Default Snap toegepast en niet de Default Snap die opgeslagen wordt bij de tekening.



Category: Position Mapping

Position mapping heeft te maken met het gebruik van toets-combinaties om knoppen te activeren. 


Use Position Mapping

Als deze instelling aangevinkt is dan kun je met toets-combinaties commando's starten.



Show Position Mapping Aids

Zorgt dat er letters/cijfers verschijnen in de Ribbon (én voor de tasks als je die weer aangezet hebt) die je kunt intypen om tabbladen te openen en commando's te activeren.


De daarvoor gebruikte letters/cijfers zie je eronder staan en kun je dus naar wens aanpassen.

Als je linkshandig wil werken kun je dat activeren door op de knop 'Left Handed' te klikken. Hierdoor worden de letters vervangen door letters die meer aan de rechterkant van het toetsenbord zitten (voor rechtshandigen zit die vanzelfsprekend aan de andere kant).



Category: Reference

Hier zie je een aantal bekende instellingen die je voorgeschoteld krijgt als je een reference koppelt aan je tekening. Je kunt hier een heel aantal settings al vooraf instellen, dan hoef je dat niet meer te doen bij het koppelen.

Als er nieuwe lagen aangemaakt worden in je reference, dan kun je met onderstaande instelling de zichtbaarheid regelen:


New Level Display

Standaard staat deze setting ingesteld op MS_REF_NEWLEVELDISPLAY dat betekent dat deze instelling geregeld wordt met een Configuratie Variabele.

Andere mogelijkheden:

Always ->  Nieuwe lagen worden altijd getoond (dus staan aan in Level Display)

Never -> Nieuwe lagen worden nooit getoond en staan dus niet aan in Level Display (maar kunnen wel handmatig aangezet worden).


Category: Ribbon

Net als we de grootte van de toolboxen konden aanpassen, kunnen we ook de grootte van de ribbon aanpassen:

De  instelling daarvoor is 'Ribbon Size'.



Ribbon Size

Je hebt 3 opties:


Het verschil laat ik weer zien aan de hand van voorbeelden:


Small

Hierbij zijn de iconen 16 x 16 pixels.


Medium

De iconen zijn 24 x 24 pixels.


Touch Mode


Iconen zijn 14 x 24 pixels, maar er zit meer ruimte rond de knoppen. Het lijkt een beetje alsof de knoppen kleiner zijn, maar met deze instelling hebben de afzonderlijke iconen zoveel ruimte nodig dat de Ribbon iets anders georganiseerd moet worden om te zorgen dat alle groepen op het scherm passen. Als je ruimte maakt (door misschien wat groepen uit te zetten of klein te maken) dan zou het er zo uit zien:



Mogelijk is de ruimte bedoeld om de iconen makkelijker aanklikbaar te maken op een tablet of zoiets.



Category: Spelling

Hier vind je de instellingen van de spellingscontrole voor teksten in MicroStation. Deze is niet spannend, eigenlijk hetzelfde als spellingscontrole in Word of Excel. De verrassing is dat er een Nederlandse spellingsbibliotheek bij zit:



Configuration Variables

Voor ik ga uitleggen welke tips ik heb voor de Configuration Variables een waarschuwing:


!
Ga  NOOIT  zomaar wijzigingen aanbrengen in deze variabelen. En als je wat wijzigt: schrijf op wat je aangepast hebt zodat je het weer ongedaan kunt maken. Er zit namelijk geen 'Undo' op deze variabelen, je kunt ze alleen handmatig terugzetten. Maar dan moet je natuurlijk wel weten wat je gedaan hebt!


Ik wil je natuurlijk niet afschrikken en je zult zien dat onderstaande variabelen geen wereldschokkende aanpassingen zijn en niet werk-verstorend zullen zijn.



MS_MEASURE_AREA_UNIT2

Deze variabele zorgt ervoor dat als je met behulp van een Field de oppervlakte bepaalt van een element, het gemeten aantal vierkante meters de letters 'm2' achter de maat krijgt in plaats van 'sq.m'. 


Deze fields kun je gebruiken als je de 'Area Tools' toepast op tabblad 'Analyze':


In de twee voorbeelden hieronder zie je het verschil:


De grijze achtergrond achter de tekst is een aanduiding dat het hier om fields gaat. Een field is gekoppeld aan een element (in dit geval is ieder field gekoppeld aan een rechthoek). Als de oppervlakte van de rechthoek gewijzigd wordt, dan wordt gelijktijdig ook de gemeten oppervlakte aangepast. De grijze achtergrond wordt niet geplot,  maar kan wel uitgezet worden bij de View Attributes.



MS_CURSORPROMPT

Deze variabele zorgt ervoor dat de tekst die je normaal in de grijze regel (statusbar) onder in je scherm ziet, nu aan je cursor hangt. Dat ziet er als volgt uit:

 in plaats van:


Beide variabelen kun je aanpassen door naar de FileTab te gaan en te kiezen voor Settings > Configuration > Configuration Variables. Je krijgt dan het volgende scherm:



Door in de bovenste balk de eerste letters te typen van de variabele die je zoekt, wordt de lijst kleiner. Klik op de variabele die je wilt wijzigen en klik rechts op de knop 'Edit'. Vervang In het scherm dat dan verschijnt de 0 door een 1.

En klik op OK.

In het volgende scherm klik je ook op OK en in het volgende scherm op 'Yes'



Voor sommige aanpassingen moet je MicroStation herstarten om de aanpassing te kunnen zien.



Key-in

Ook in de key-in zitten heel handige tools die niet allemaal bekend zijn. 


Je opent het key-in scherm via de Ribbon (tabblad Home > Primary), maar nog sneller gaat het met de <enter>-toets van je toetsenbord.


Dat is een instelling uit de Preferences, Category Input. Maar die staat standaard aan.


Een handige Key-in is


Export Cells Shared

Een commando dat in één keer alle shared cellen uit de tekening naar een nieuwe Cel-bibliotheek exporteert.



Handige toetsen

Er zijn veel handige toetsen of toets-combinaties die je kunnen helpen bij het tekenen.


  1. Backslash '\'
    Wissel van workflow: 
    Workflow: een set tabbladen die een Ribbon of lint vormen bovenaan je scherm. 'Drawing' is de standaard MicroStation workflow.

  2. Alt+klik links op element in de tekening
    De eigenschappen van het geselecteerde element worden de actieve eigenschappen. Een soort Match-commando. Het gaat daarbij om de eigenschappen:
    • Level
    • Kleur
    • Lijnstijl
    • Lijndikte
    • Transparantie
    • Prioriteit

  3. Alt+klik rechts op element in de tekening
    Er verschijnt een verkort Properties-menu met de eigenschappen van het element.
    Net als bij het uitgebreide Properties-scherm kun je hier eigenschappen wijzigen.

  4. Alt+scroll (muiswieltje)
    Je 'pan't nu alleen van rechts naar links (horizontaal).

  5. Shift+Ctrl
    Dit zet AccuSnap even uit (dus je kunt even niet snappen). Zodra je de toetsen weer loslaat is AccuSnap weer actief

  6. Shift+Ctrl+rechter muisknopklik
    Er verschijnt een menu:


    Quickset Save/Recall
    Hier kun je Quicksets maken (9 stuks). Een quickset is een Group (groepje elementen). Door een aantal elementen te selecteren en dan dit menu te activeren en Quickset Save te kiezen en een nummer (1 t/m 9) worden de elementen opgeslagen in een Quickset met gekozen nummer. Met behulp van Quickset Recall kun je de verschillende Quicksets weer snel selecteren.

    DisplaysetHiermee kun je snel zorgen dat alleen geselecteerde elementen zichtbaar zijn in de tekening (de overige elementen worden tijdelijk onzichtbaar.
    Met de optie ‘Displayset > Clear’ worden alle elementen weer getoond.



  7. Toets-combinaties
    De combinaties van de Ctrl-toets op je toetsenbord en allerlei letters geven ook vaak handige snelle manieren om iets te doen. Sommigen kennen we ook in andere programma's en daarachter staat dan ook 'Windows'. De overige komen uit MicroStation:

    De handigste combinaties zijn waarschijnlijk die waarmee je een scherm opent:
    • Ctrl+B → View Attributes
    • Ctrl+E → Level Display
    • Ctrl+I → Properties
    • Ctrl+P → Print
    • Ctrl+T → Toolboxes