Zie ook het stappenplan voor een CurSim simulatie.

Meer informatie over de schermen voor project, voertuig, traject, opmaak en loglijst is te vinden in de Helpfile van CurWin. Items waar daar meer informatie in te vinden is, zijn in rood weergegeven.

Via de instellingen kan worden ingesteld dat wanneer in de schemen voor voertuiggegevens, trajectgegevens of opmaak op "Opslaan" wordt geklikt, het scherm automatisch sluit.  

Inleiding

CurCAD is een applicatie in AutoCAD waarmee CurSim kan worden gebruikt. De invoer voor de voertuigsimulatie wordt gedaan met behulp van schermen van CurWin en de rijcurve wordt direct in de tekening weergegeven.

CurCAD gebruikt dezelfde bestandsstructuur en lijst van recente projecten als CurWin en de Optimize CurSim Connector voor MicroStation - de simulaties kunnen zonder wijzigingen worden uitgewisseld tussen de omgevingen.

CurCad is ontwikkeld door Mark de Bakker, werkzaam als freelance (verkeerskundig) ontwerper en informatie analyst, zie ook www.linkedin.com

Installatie

CurCAD wordt standaard meegeleverd bij CurSim. De installatie moet worden gedaan nadat eerst het hoofdprogramma van CurSim is geïnstalleerd. De installatie van CurCad wordt uitgevoerd door het programma "CurCad.exe" te starten. De programmatuur wordt geïnstalleerd in de map:
 C:\Program Files (x86)\Autodesk\ApplicationPlugins\Cursim.bundle\ 

Het kan nodig zijn in AutoCAD aan te geven dat CurSim een betrouwbare applicatie is omdat de beveiliging anders starten van onderdelen blokkeert. Dan moeten de mappen waar CurSim en/of CurCad zijn geïnstalleerd worden opgegeven:

  • start AutoCAD
  • geef commando "config"
  • in het nieuwe window, kies tabblad "Files"
  • voeg zowel de map waar CurSim is geïnstalleerd (default: C:\Program Files (x86)\DAT.Mobility\CurSim) als de map waar CurCad is geïnstalleerd (zie hierboven) toe aan de groepen: "Support File Search Path" en "Trusted Locations":

  

Project

commando: prj

"Project" is de aanduiding in CurSim voor de volledige simulatie van een voertuigmanoeuvre. In een hulpscherm moet een map + naam worden opgegeven, dit is het path van het json-bestand waar zowel de invoergegevens als resultaten woren opgeslagen. Het scherm toont het huidige project en de vier laatste (history-list). Bij het kiezen van een nieuw project kan de optie "Invoer overnemen van huidige project" worden aangevinkt: dan wordt het nieuwe project dus gevuld met de simulatiegegevens (voertuig, traject en opmaak) van wat het huidige project is. Dat is te zien wanneer het projectscherm opent (dus bij openen van het scherm opletten wat er staat). 

De werkwijze met CurSim wordt samengevat in dit schema (klik hier).

Het onderzoeken van een manoeuvre voor een voertuig wordt in CurSim aangeduidt als "project". Voordat een simulatie voor manoeuvre kan worden uitgevoerd moet een file worden aangemaakt of geselecteerd waarin alle gegevens van een simulatie worden opgeslagen. Een nieuwe manoeuvre/variant wordt gestart door een nieuw project(naam) op te geven.

De stappen voor het uitvoeren van een CurSim project/simulatie zijn: 


1

kies een projectnaam (maak een projectfile aan)

2

als je werkt vanuit AutoCAD of MicroStation: bepaal de eenheid waarin de tekening is gemaakt, meestal is dat in meter of millimeter. Stel de unit in, in het instellingen-scherm

3

kies een passend voertuig.
Voor situaties waar algemeen verkeer moet kunnen passeren is in de regel een standaard trekker-trailer combinatie met lengte 16,5 m (de wettelijke maximumlengte) en starre assen maatgevend. Niet alleen is dit in Nederland de vrachtwagencombinatie die veruit het meeste voorkomt, maar in de regel is dit ook het voertuig dat de meeste manoeuvreerruimte nodig heeft.
 Afhankelijk van de situatie en als meer informatie beschikbaar is kan een meer gericht voertuig worden gekozen. Neem bij twijfel contact op met de 
helpdesk. Als een voertuig niet in de standaard-voertuigbibliotheek voorkomt kan de helpdesk de gegevens voor je uitzoeken.

4

bepaal de opmaak van de manoeuvre: de aspecten van de manoeuvre die moeten worden afgebeeld

5

plaats het voertuig op de startpositie in het ontwerp. Het werkt handig als je de startpositie een stukje (20 m) recht voor de eerste bocht wordt geplaatst

6a

stap 1 in de "try and error" cyclus waarbij wordt gezocht naar een haalbare situatie door het ontwerp: invoeren of wijzigen trajectgegevens.
Vanaf CurSim 7 is het ook mogelijk het traject op te geven d.m.v. 'waypoints': door punten aan te wijzen die het voertuig moet passeren.



6b

stap 2: uitvoeren simulatie berekening - deze wordt ten opzichte van de startpositie getoond. Afhankelijk van de instellingen wordt de manoeuvre ineens getoond of na een animatie (turbo/versneld of normaal/in echte snelheid t.o.v. het ontwerp



6c

stap 3: beoordelen van de manoeuvre ten opzichte van het ontwerp. Wanneer goede/realistische gegevens zijn ingevoerd zijn er globaal drie mogelijkheden: 

het voertuig kan goed (met voldoende marge) door het ontwerp rijden
 in de praktijk zal het ontwerp goed functioneren

het voertuig kan net wel/net niet door het ontwerp rijden
 afhankelijk van de situatie zal dit goed gaan. Klik hier voor meer informatie.

het voertuig kan duidelijk niet door het ontwerp rijden
 In de praktijk gaat dit niet werken

Zie de Help van CurWin voor meer informatie over verstandige/veilige manoeuvres en beoordelen van simulatieresultaten



7

Verifieer of de trajectgegevens (het rijgedrag) en de manoeuvre verkeerskundig verantwoord zijn. In de try and error cyclus kan het gebeuren dat bijvoorbeeld de snelheid wordt verlaagd om een bocht krapper te maken - het is belangrijk te verifiëren of deze nog hoog genoeg is.




Als je een volgende simulatie wilt doen (bijvoorbeeld een variant op de 1e of een andere manoeuvre) dan begin je weer bij stap 1.

 CurSim kan ook worden gebruikt in combinatie met andere ontwerpomgevingen dan AutoCAD en MicroStation. Neem voor meer informatie hierover contact op met de Helpdesk.

Voertuiggegevens

commando: vrt

Dit commando opent het voertuig-scherm. Via dit scherm kan:

  • met de knop "Nieuw" een voertuig worden gekozen uit de CurSim-voertuigbibliotheek, hiervoor wordt een hulpscherm gebruikt
  • met de knop "Importeer" worden gebladerd naar een ander projectbestand met voertuiggegevens. Deze functie moet ook worden gebruikt voor het inlezen van een voertuigbestand dat via de Helpdesk is verkregen. Ook kan met deze functie een voertuig van CurSim versie 5 worden ingelezen
  • met de knop "Versie terugzetten" een eerdere opgeslagen versie weer worden opgevraagd

Standaard wordt alleen getoond: totale lengte, omschrijving en een (vereenvoudigde) afbeelding van het voertuig. Via de optie "Details" kunnen alle specificaties worden bekeken en zonodig gewijzigd. Hiermee is het ook mogelijk om zelf een voertuig te specificeren. Maar omdat dit specialistisch voertuigtechnisch werk is wordt geadviseerd hiervoor contact op te nemen met de Helpdesk die dit gratis doet.

Voertuig-plaatsen in de tekening

commando: plaats

Hiermee kan het voertuig in de tekening worden geplaatst. Het voertuig beweegt met het hart van de vooras mee aan de muispijl. Wanneer de CTRL-toets wordt ingedruk kan het voertuig worden geroteerd. Het voertuig wordt geplaatst wanneer met de primaire muisknop (meestal de linkse muisknop) wordt geklikt.

LET OP:

door de eenheid waarin de CAD tekening is gemaakt kan het voertuig te groot of te klein worden weergegeven. Als er nog geen opmaakgegevens zijn dan wordt voor de weergave van het voertuig de defaultwaarde (van de settings) voor de eenheid gebruikt. Als er voor het actuele project al wel een opmaak is opgegeven dan wordt de waarde van de eenheid die daarin wordt opgegeven toegepast (zie ook opmaak rijcurve).

Opmaak rijcruve

commando: plt

Dit commando opent het opmaak-scherm met daarop twee tabbladen: "Weergave rijcurve" en "DXF-tekening". Met de gebruikelijke knoppen kan:

  • met de knop "Nieuw" de actuele opmaakgegevens worden gewist
  • met de knop "Importeer" worden gebladerd naar een ander projectbestand met opmaakgegevens. Met deze functie kan ook een opmaak van CurSim versie 5 worden ingelezen
  • met de knop "Versie terugzetten" een eerdere opgeslagen versie weer worden opgevraagd

 let op dat voor verschillende voertuigtypen verschillende punten markant zijn. Indien niet zeker is welke punten dat zijn is het veilig om te beginnen met alle weergaveopties aan. Als de manoeuvre helemaal is uitgezocht en het door de veelheid aan lijnen wat onoverzichtelijk is geworden kan stap voor stap een trajectlijn worden uitgeschakeld: zolang de uitgeschakelde lijn niet een contour is heeft deze weinig toegevoegde waarde

Op het tabblad "Weergave-rijcurve" kan de weergave van het voertuig en de hele rijcurve worden ingesteld:

  • tonen trajectlijnen van markante punten van het voertuig
  • tonen van het volledige voertuig op bepaalde posities (na een bepaalde afstand
  • tonen van bepaalde curven (niet het hele traject)


Met het tonen van bepaalde curven kunnen complexe manoeuvres in delen worden getoond zodat door de bomen nog steeds het bos zichtbaar blijft. De werkwijze is eenvoudig:

  • stel de te tonen curven in
  • voer een simulatie uit - alleen de aangegeven curven worden weergegeven
  • geef het commando "clone", wijs de curve aan
  • herhaal de stappen voor het volgende deel van de manoeuvre die moet worden weergegeven


Ieder deel van de manoeuvre wordt dan als een afzonderlijk block weergegeven die bijvoorbeeld in afzonderlijke layers kunnen worden geplaatst.

Op het tabblad "DXF-tekening" kan worden opgegeven:

  • de grootte van de CAD-unit, in milli-meter.:
    - als de tekening in mm is opgezet (een weg die 6 meter breed is, is getekend met breedte 6000) dan moet worden opgegeven 1
     - als de tekening in meters is opgezet (de weg is getekend met breedte 6,000) dan moet worden opgegeven 1000
  • namen en kleuren voor layers

LET OP:

Voor gebruikers van CurCad heeft "Invoegpunt" geen betekenis: het weergeven van de rijcurve op de juiste positie en stand wordt bepaald door de startpositie die in de CAD-tekening is aangegeven met het commando "plaats".


Trajectgegevens

commando: trj

Dit commando opent het traject-scherm. Via dit scherm kan:

  • met de knop "Nieuw" het actuele traject in zijn geheel worden gewist
  • met de knop "Importeer" worden gebladerd naar een ander projectbestand met trajectgegevens. Met deze functie kan ook een traject van CurSim versie 5 worden ingelezen
  • met de knop "Versie terugzetten" een eerdere opgeslagen versie weer worden opgevraagd


Vanaf CurSim versie 7 kan het traject ook worden opgegeven d.m.v. 'waypoints': door posities aan te wijzen die het voertuig moet passeren.

Waypoints

commando: - (alleen activeerbaar via knop in ribbon)

Vanaf CurSim versie 7 is dit een nieuwe manier om het traject dat moet worden gereden in te voeren: door punten aan te klikken in de tekening die het voertuig moet passeren: bij vooruitrijden met hart vooras en bij achteruitrijden met hart achteras. Als de manoeuvre is geselecteerd, dan worden de waypoints weergegeven met vierkante blokjes (ruitjes). De mogelijke acties zijn:

  • informatie over curve (manoeuvre) naar waypoint, deze wordt getoond als de muis stil wordt gehouden boven het waypoint:

     
     
      
  • toevoegen waypoints.
     Bij het 1e punt moet deze gewoon worden aangewezen, bij volgende punten kan die alleen worden toegevoegd aan het einde van het traject. Als de manoeuvre is geselecteerd verschijnen bij het laatste waypoint: 


 
* voor het voertuig een '+' om een volgend waypoint vooruitrijdend toe te voegen

 * achter het voertuig een pijlpunt om een volgend waypoint achteruit rijdend toe te voegen 


  

  • waypoints kunnen worden versleept om nieuwe posities aan te geven
      
  • als de Shift toets wordt ingedruk wordt een waypoint verwijderd als deze wordt aangeklikt: 


  hierna wordt bevestiging gevraagd:  


CurSim maakt het mogelijk om werken met waypoints en 'conventionele' manier van invoeren via exacte waarden in het traject-scherm met elkaar te combineren.
 
LET OP: als er wijzigingen in het traject zijn gedaan in het traject-scherm, dan moet in AutoCAD eerst (handmatig) een simulatie worden uitgevoerd voordat weer met waypoints kan worden gewerkt.

Zie de video's in de map 'Voorbeelden' en meer informatie in de Help van CurSim zelf voor werken met waypoints.

Simulatie uitvoeren

commando's: simu / aniT / aniRT

Met een van deze commando's wordt achtereenvolgens:

  • een simulatieberekening gestart (dit wordt uitgevoerd door de applicatie CurCalc.exe) volgens de actuele voertuig, traject en opmaak.
  • een weergave van de rijcurve bepaald in de json-project file
  • afhankelijk van het gebruikte commando:
    • simu: de rijcurve direct getoond in de CAD tekening;
    • aniT: de manoeuvre versneld geanimeerd ("Turbo") en dan volledig getoond;
    • aniRT: de manoeuvre in werkelijke rijsnelheid (RealTime) geanimeerd en dan volledig getoond.


En via het commando "logf" kan de logfile met door CurSim aangepaste trajectgegevens worden bekeken.


Logfile bekijken

commando: logf

Dit commando opent een hulpscherm waarin de logfile wordt getoond. Deze bevat als eerste de voertuiggegevens en vervolgens van iedere curve de invoergegevens en zonodig door CurSim gecorrigeerde waarden.

CurSim Helpdesk

De helpdesk hoort bij de CurSim licentie en er zijn dus geen afzonderlijke kosten aan verbonden. De medewerkers van de afdeling Service & Support van DAT.Mobility helpen je graag bij:

  • installatie problemen: installatiecode kwijt, hoe kan ik installeren, programma wil niet starten
  • gebruik van het programma: hoe kan ik een simulatie uitvoeren, hoe voer ik gegevens in, hoe pas ik de simulatie aan, hoe kan ik resultaten bekijken
  • voertuiggegevens: opzoeken/invoeren gegevens van een voertuig - indien nodig nemen wij voor u contact op met de transporteur of voertuigfabrikant
  • beoordeling resultaten (ook vanuit verkeerskundig oogpunt)

Je kunt de helpdesk bereiken:

email: support@thepeoplegroup.nl
telefoon: +31 (0)85 224 00 00
 website: 
https://support.thepeoplegroup.nl/nl/support/home